zaterdag 2 februari 2019

Basismaterialen | Potloden in allerlei soorten en variaties zijn nooit weg te denken

Tekenen en schilderen | De basismaterialen van de tekenaar


Potloden in allerlei soorten en variaties zijn nooit weg te denken 


De basis van elk potlood is grafiet


Iemand die aan materiaal om te tekenen denkt zal direct aan een potlood denken. Logisch want het is het meest gebruikte stukje gereedschap van de tekenaar.

De basis van elk potlood is grafiet. Grafiet is een vorm van koolstof wat in een staafvorm is geperst. Vaak zijn er bindmiddelen als bijvoorbeeld klei aan toegevoegd om tot een zachter maar toch redelijk stevig materiaal te komen. Zo bepaalt de hoeveelheid klein in het grafiet voor een groot deel de zogenaamde hardheid.



Elk potlood heeft een eigen hardheid

Een gemiddelde hardheid heeft een zogenaamd HB potlood. Pak een willekeurig potlood en u zult er iets dergelijks op zien staan. Mogelijk staat er geen HB maar 2H of 3B op. Hardheid wordt namelijk aangegeven in een reeks: 6H, 5H, 4H, 3H, 2H, 1H, HB, 1B, 2B, 3B, 4B, 5B, 6B. In deze reeks is 6H de hardste (H van Hard, gemakkelijk te onthouden) en 6B de zachtste. Koopt u een echte set tekenpotloden dan vindt u deze waarden er waarschijnlijk wel in terug.

Een grafietstift is een soort dik potlood zonder hout er om heen

Naast grafiet in hout, ons potlood, kennen we ook zogenaamde grafietstiften. Ze zijn niet in hout gevat en in het algemeen veel dikker dan de stift van een potlood.

Harde potloden lenen zich vooral voor technische tekeningen

Harde potloden worden vooral gebruikt in de wereld van technische tekeningen, voor zover ze daar niet door de computer verbannen zijn. Harde potloden geven een meer grijze lijn. Het geeft een krassende effect met scherpe, harde lijnen die nauwelijks meer weg te krijgen zijn omdat ze min of meer in het papier zijn gegrift.

Grafietstiften werken ook prima

Voor tekenwerk gebruikt de tekenaar meestal een potlood uit de B serie omdat een dikkere, zwartere en ook zachtere lijn oplevert. Ook de aanschaf van enkele grafietstiften moet zeker overwogen worden.



Gebruik een goed scherp mes om een punt aan een potlood te slijpen

Potloden slijpen doet de tekenaar bij voorkeur met een scherp mesje. Een hobbymes, ook wel Stanleymes genoemd, voldoet prima. Een lichtgewicht mesje als bijvoorbeeld een aardappelschilmesje voldoet vaak wat minder maar dat is ook een kwestie van smaak en dus moet je het gewoon proberen

Het vraagt wat oefening en in het begin vreet het potloodpunten omdat we er teveel druk op uitoefenen. Later wordt dat vanzelf wel beter als we eenmaal de slag te pakken hebben. Een puntenslijper lijkt voor de hand te liggen maar produceert een scherpe punt die als we niet uitkijken dwars door ons papier heen snijdt. De punt de we met een mesje krijgen ziet er wat prettiger uit op dat gebied.

Durf ook iets weg te gooien

Is uw potlood door enthousiast tekenen of alleen maar veel slijpen tot een stompje geworden, gooi het dan weg. U hebt weinig grip op een dergelijk stompje en eigenlijk is er nauwelijks mee te werken. Potloden zijn niet duur en de handel in tekenmaterialen moet toch ook leven.

Wees voorzichtig met afgeven van zacht potlood

Let op als u klaar bent. Een potloodtekening die met een zacht potlood is gemaakt geeft af. Behoorlijk zelfs. Gebruikt u houtskool dan is het effect nog veel erger. Dat geeft echt enorm af. Er bestaat speciaal fixatiemateriaal, zogenaamd fixatief. Dat wordt verkocht in spuitbussen. Vroeger bestonden er speciale blaaspijpjes voor die in een flesje werden gehouden maar deze fixatiefspuitjes zijn min of meer uitgestorven. Hebt u een bus haarlak in huis? Dat voldoet ook. Niet teveel spuiten en opletten of het geen vlekken geeft. Dus voordat u een geslaagde tekening gaat fixeren, eerst een stukje proberen op een mislukt exemplaar.



En nu verder....